Home → Ella Atelier → Schilderlessen → Schildermateriaal → Bij Philip Akkerman op bezoek voor een interview → Pagina 2
Bij Philip Akkerman op bezoek voor een interview





Bij Philip Akkerman op bezoek voor een interview
Vernietig je werk dat je als mislukt beschouwt?
Mislukt…wat is mislukt? (Trekt een voorbeeld uit de kast) Kijk, dit is een portret dat ik jaren geleden als mislukt beschouwde. Als ik het dan na zoveel tijd weer eens bekijk, denk ik, goh, heb ik dat gemaakt? Eigenlijk best wel goed!
Welke schildermaterialen gebruik je?
Ik schilder op panelen van masoniet. Voor de onderschildering maak ik zelf de tempera. Ik gebruik Talens olieverf en het klinkt misschien gek, maar ik schilder hiermee (toont een kwastje), een marterharen aquarel penseeltje.
Waar doe je inkopen?
In Den Haag zijn er een paar winkels, maar vroeger vooral bij Stahlecker, een traditionele verfzaak. Van de oude meneer Stahlecker heb ik misschien wel meer opgestoken dan op de academie. Hij stond vroeger in een witte jas achter in de zaak, zijn ‘laboratorium’, en legde daar aan geïnteresseerden uit hoe je zelf verf moest mengen en gaf dan schilderles. Maar eerst moest je leren mengen, als je daar een knoeiboel van maakte zei hij: “kom volgend jaar maar eens terug”.
Experimenteer je nog wel eens met andere materialen en technieken? Krijt, pastel, acryl, airbrush?
Nee. Ik heb mijn techniek en daarmee mijn rust gevonden bij de oude meesters.
Veel van je zelfportretten doen denken aan film, toneel, rollenspel en acteren. Waar komt de inspiratie voor je zelfportretten vandaan? Uit films, strips, van foto’s of bewerkte foto’s?
Nee, ik laat me niet direct inspireren door dat soort dingen. Wat ik schilder ontstaat in mijn hoofd, nergens anders. Natuurlijk wordt ook mijn innerlijke wereld beïnvloed door alles wat ik om mij heen zie, maar mijn inspiratie is nooit rechtstreeks te herleiden naar specifieke plaatjes. En de verbinding met film, toneel of het spelen van een rol, dat zie ik zelf helemaal niet zo. Ik heb geen verhaal, geen rol, ben geen psycholoog, maar schilder. Je kunt hooguit zeggen: een schilder met een filosofische inslag. In het kleine probeer ik het grote te laten zien, en in een zelfportret een portret van de hele mensheid. De basis is de verbijstering, de raadselachtigheid van het menselijk bestaan.
Maak je ‘stiekem’ nog wel eens ander werk, een landschap, een portret van je vrouw?
Nooit. Zelfs niet van mijn kinderen.
De Koning? Als hij het vraagt?
Kijk toch eens naar die tronies! (wijst naar een reeks zelfportretten aan de muur) Zeg nu zelf…zou jij zo geportretteerd willen worden? Begrijp me goed… ik zou me natuurlijk zeer vereerd voelen, en ik ben koningsgezind, maar het antwoord is nee. Op deze manier moet je de Willem Alexander niet afbeelden.
Ander onderwerp. De eerste fase van een zelfportret, de tekening. Doe je nog iets met die tekeningen. Verkopen, exposeren?
Leuk dat je dat vraagt! Toevallig heb ik net gehoord dat in de herfst van 2015 er een expositie van mijn tekeningen komt, in het Teylers Museum in Haarlem.
Heb je ter afsluiting nog een advies voor de schilder/lezer van Atelier?
(denkt even na)… Ja. Ken je nog Bob Ross, met dat schilderprogramma uit de jaren 80? Ross zijn werk was natuurlijk kitsch, maar hij maakte het schilderen wel toegankelijk voor een groot publiek. Hij sprak de onsterfelijke woorden: “this is your painting, and you are free to do with it whateeeever you want”. Ik sluit me daar graag bij aan; je bent een vrije burger in een vrije maatschappij. Vanwege je kunst wordt je niet in de gevangenis gegooid, dus ben je vrij om te schilderen wat je maar wilt.
In Atelier magazine nr. 170 staan twee artikelen van mij. Het interview met Philip Akkerman en naar aanleiding van Philip zijn uitspraak over zijn schildertechniek het artikel; Icoon schilderen is de traditie volgen met Martin Mandaliev, waar Philip Akkerman schilderlessen heeft gevolgd. Bij Mandaliev ben ik ook op schilderles geweest en heb dit huis icoon geschilderd.